Tijdens een colloquium in Bozar in november presenteerde de Israëlische onderzoeker Yonatan Volfin een casestudy over ons koor. Deze presentatie maakt deel uit van zijn diepgaande onderzoek naar de kenmerken van LGBTQ+-koren en hun rol in het versterken van het gevoel van verbondenheid.
Wat zijn de kenmerken van LGBTQI+-koren en hoe versterken ze het gevoel van verbondenheid bij hun leden? Dat is het onderwerp van het onderzoek van Yonatan Volfin, die studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam en het Levinskey College of Education in Tel Aviv. Hij is onderzoeker aan de Universiteit Gent.
In het kader van dit onderzoek volgde Yonatan Volfin verschillende koren tijdens hun activiteiten: Amsterdam Gay Men’s Chorus, Galakoor Queer Klassiek (Amsterdam), het Tel Aviv Gay Choir en Sing Out Brussels! Vorig seizoen woonde hij zes van onze repetities bij, een vergadering van de raad van bestuur, een workshopdag en een concert. Hij interviewde ook acht personen met verantwoordelijkheden binnen het koor en hield een enquête onder de leden (47 reacties ontvangen).
Van 24 tot 26 november nam hij in Bozar deel aan het 10e SIMM-posium (Social Impact of Music Making). Dit internationale onderzoeksplatform brengt experts uit de domeinen muziekbeoefening en onderzoek samen. Dit colloquium onderzocht de sociale impact van participatieve muziekcreatie in een breed scala van culturele contexten en landen. De bijdrage van Yonatan Volfin vond plaats op een dag gewijd aan muziekpraktijken die de culturele continuïteit en het verzet van gemarginaliseerde gemeenschappen bevorderen. Bij deze gelegenheid presenteerde hij een casestudy over ons koor, in aanwezigheid van verschillende leden van onze raad van bestuur.

Yonatan Volfin begon met een terugblik op de geschiedenis van LGBTQI+-koren, die zijn ontstaan in het kielzog van de homobeweging, met de Stonewall-rellen in 1969 als mijlpaal. Vanaf het begin hebben LGBTQI+-koren een artistieke, sociale en politieke rol gespeeld. Vandaag de dag zijn er meer dan 500 LGBTQI+-koren, verspreid over alle continenten.
Zijn conclusie is dat het gevoel van verbondenheid en het smeden van banden cruciaal zijn voor gemarginaliseerde gemeenschappen, zoals de LGBTQI+-gemeenschap. Het staat vast dat het gezamenlijk maken van muziek een gevoel van verbondenheid creëert. Het staat ook vast dat LGBTQI+-koren een ruimte bieden die verschilt van de ruimtes die de leden van de gemeenschap dagelijks bezoeken. Toch zijn ze een onontgonnen terrein voor onderzoek. De onderscheidende kenmerken van LGBTQ+-koren zijn namelijk nog weinig onderzocht en het is onbekend hoe deze kenmerken bijdragen aan het bevorderen van een gevoel van verbondenheid. Er bestaat op dit vlak ook geen pedagogisch en opleidingskader, wat cruciaal is om deze ideeën in de praktijk te brengen.

Yonatan Volfin heeft zich daarom verdiept in het dagelijks leven van ons koor, dat in 2018 in Brussel is opgericht. Het interessante is dat onze groep gemengd is (SATB-koor), groot (80 leden) en een solide organisatiestructuur heeft (een gekozen raad van bestuur en vier groepen vrijwilligers die zich bezighouden met artistieke creatie, communicatie, strategie en gemeenschapsvorming). Hij stelt ook de grote diversiteit vast in ons koor (genderidentiteit, seksuele geaardheid, neurodiversiteit, nationaliteit, cultuur…).
Zijn analyse wijst op de volgende kenmerken:
- De identiteit, missie en waarden van het koor staan centraal.
- Het koor is een gemeenschap
- Het koor is een muzikaal platform
- De organisatie verdeelt de macht en zorgt voor participatief bestuur
- Het artistieke eigendom wordt gedeeld
- De pedagogie is zacht en onconventioneel
- Veiligheid (safe space) en inclusie staan centraal in de koorcultuur

Tijdens zijn presentatie deelde hij getuigenissen die hij tijdens zijn interviews had verzameld, bijvoorbeeld over het feit dat het koor het isolement had doorbroken dat vaak heerst binnen de mannelijke homogemeenschap. Een andere persoon zei tegen hem: “In tegenstelling tot andere plaatsen waar ik mezelf niet kan zijn of waar ik het gevoel heb dat personen mijn grenzen niet respecteren, heb ik het gevoel dat in dit koor iedereen met de beste bedoelingen handelt, en dat maakt een groot verschil”. Een andere getuigenis: “Een fundamenteel verschil dat we hier zien, is dat wanneer mensen zingen, de teksten echt betekenis voor hen hebben, ze iets over zichzelf uitdrukken, in tegenstelling tot een klassiek koor, waar je precies dezelfde liedjes zingt omdat ze mooi zijn, maar zonder verder te gaan dan dat.”

Yonatan Volfin wees ook op de uitdagingen waarmee onze groep wordt geconfronteerd om op het eerste gezicht tegengestelde elementen met elkaar te verzoenen: inclusie en muzikale uitmuntendheid, uniformiteit en vrije zelfexpressie, een veilige ruimte en openheid, de onevenwichtige werkdruk en de collectieve missie, het participatieve karakter van het artistieke proces en de efficiëntie ervan.
Hij zal zijn onderzoek in 2026 voortzetten met interviews met verschillende leden van ons koor. Aan het einde van zijn presentatie in Bozar verwees hij naar het festival Various Voices dat we in juni 2026 in Brussel organiseren en waar 120 koren en 4000 LGBTQI+-koorzangers zullen samenkomen. Dit is ongetwijfeld een heel geschikte plek voor zijn onderzoek! We kijken in ieder geval uit naar de conclusies van zijn werk en beschouwen het als een eer dat ons koor centraal staat in deze studie. Dit versterkt ons gevoel dat wat we doen nuttig is en een impact kan hebben op het leven van onze leden en de samenleving, wat de hart vormt van onze missie.
