Belgian Pride verzamelde 120.000 mensen in de straten van Brussel. Zing Brussel uit! nam deel aan de Parade door te zingen. Twee zangers delen hun gevoelens na deze dag.
Voor de start van de Parade was onze videoclip In these Heels te zien op het hoofdpodium van de Kunstberg.
Het koor nam toen zingend zijn plaats in de Parade in.
Antoine, bas: « Ik heb nooit echt van Pride gehouden, de menigte maakt me bang, ik heb me altijd (belachelijk wel !) te queer/vreemd gevoeld voor die groepen, anders maar zonder de felle flamboyantie van enkele andere mensen die marcheren. Deze keer voelde ik me zo vrij en blij, beschermd door het koor, omringd door mijn leeftijdsgenoten, dansend, zingend, lachend, zo f**g levend. En toch midden in het oog van de orkaan, binnen de parade. Precies waar ik thuishoor ».
Nadz, alt: “Ik werd laat. Ik kwam op een trein uit Gent met een stel kleurrijke jonge queers. “Ze zullen weten waar ze heen moeten” – dacht ik. “Maar hoe zou ik mijn mensen vinden” – ik maakte me zorgen “Ik kwam uit het Centraal Station van Brussel en daar stonden ze vlak voor me in de dikte van een geëlektrificeerde ongeduldige menigte, met een spandoek hoog met het teken Sing Our Brussels!, trots en klaar om te bewegen. Ik rende naar hen toe en voegde me bij hen net op tijd. Een minuut later begon de parade. We marcheerden en we zongen. Veel mensen in de menigte zongen mee, sommigen stapten naar voren en dansten, anderen kwamen dichterbij om te vragen naar het koor. Ik denk dat ik het voor het eerst begreep wat Pride zou kunnen betekenen, hoe het zou kunnen voelen – voor mij, maar misschien ook voor anderen. Deelnemen aan deze Pride was geen gemakkelijke of voor de hand liggende beslissing voor mij. Mijn eerdere ervaringen waren getint met bitterheid en desillusie – Vilnius in 2010 (vluchtig en vijandig ), Johannesburg in 2012 (apolitiek en overdreven wit), Londen in 2018 (commerciaal en gekaapt door TERF’s). In al deze steden was ik een nieuwkomer op zoek naar een plek om naartoe te gaan, om ergens bij te horen. En toch voelde het bijwonen van de Pride vervreemdend. Ik had moeite om de politieke boodschap te zien of de viering te waarderen. Ik voelde me te (on)zichtbaar, te vreemd, niet queer genoeg, niet helemaal passend. Gisteren was anders. Ik denk niet dat de Pride zelf anders was dan veel andere soortgelijke evenementen. Maar bij het koor zijn, met deze specifieke mensen zingen, met hen marcheren op dit moment van mijn leven was opwindend, bevrijdend en helend. Het geval dat ik lid werd van onze column waar ik net in paste, vond ik mijn plek met gemak alsof het er voor mij was. En dit is iets dat niet vanzelfsprekend is. Ik realiseerde me gisteren dat het koor – zoals ik het ervaar – deze constante zorgzame aanwezigheid creëert, een accepterende ruimte die ik miste, en veel homo’s missen nog steeds, in onze directe omgeving, in onze families, op scholen, op universiteiten, op de straten, op onze werkplekken. Ik keek rond terwijl we marcheerden en zongen – Transkids Belgique achter ons, queer mensen en bondgenoten van alle soorten en leeftijden om ons heen, veel jonge mensen met opwinding in hun ogen. En ik voelde hoe vreugde revolutionair kan zijn en voor velen nog steeds is, hoe er nog steeds naar wordt verlangd en hoe acceptatie en erkenning – al is het maar voor een kort moment – de langdurige schade die door een bredere samenleving is aangericht, kan herstellen. Ik zocht naar mensen die eruitzagen of zich voelden als ik in deze menigte – die diepbedroefd en toch blij, degenen die onlangs uit elkaar zijn gevallen en werden opgepakt en vastgehouden door hun vrienden en leeftijdsgenoten, degenen die afwijzingen hebben meegemaakt (zovelen, allemaal ons) en inwendig vele malen gestorven en herrezen, degenen die ervoor kozen om te zingen en zich te verheugen door te zingen (…).
(…) “Zingen is een belichaamde performatieve oefening van veerkracht. Ik voelde het gisteren visceraal. Zingen in een groep, zingen op straat is een vorm van collectief onwankelbaar doorzettingsvermogen. Het is alsof je rond de tafel zit – om te eten, om te praten , voor gebed. Het is een voortdurende recreatie van erbij horen, een ritueel van opdagen en samen zijn. Samen zingen is repetitief (maar nooit hetzelfde), het is vertrouwd, vergankelijk en onvolmaakt – zoals familie, zoals thuis. En dit is de transformerende schoonheid als je zingt, ben je nooit alleen, je bestaat naast elkaar en deze band kan niet ongedaan worden gemaakt. Dit is waarom ik terug naar het koor word getrokken, waarom ik blijf komen en zingen op de repetities van woensdag. Dit is waarom gisteren Ik haastte me vanuit Gent om mijn homokoor te vervoegen in de Brussels Pride”.